Jarenlange zorg- en hulpverlening op gezinnen zorgt ervoor dat ouders zowel samen als bij individu niet verder komen. 50% – 60% van jeugdzorghulp is vechtscheiding gerelateerd! Een groot percentage hiervan is echter te voorkomen. Zolang er hulp betrokken is bij een gezin waarbij de hoofdcasuïstiek (vecht)scheiding betreft zijn ouders in strijd. Dit is schadelijk voor de ouder en kan traumatische gevolgen hebben voor het kind. Zolang er sprake is van een vechtscheiding, en betrokken hulp geen resultaat levert, groeit de kans dat kinderen in de jeugdzorg terecht komen. Dat kost veel geld, ouders kunnen niet verder met hun leven en er is schade voor alle betrokken partijen. De sleutel ligt bij persoonlijke en effectieve zorg aan de ouder(s) in een vroeg stadium, preventie!
Tal van zorg weinig effectief
Hulptrajecten gericht op scheidingsproblematiek geven niet altijd het gewenste resultaat. Het doel van de verschillende (gedwongen) hulptrajecten is er op gericht om het kind te beschermen, en dat willen wij natuurlijk allemaal. Maar daar gaan interventies soms ver in, interventies die voorkomen hadden kunnen worden. Er worden afspraken gemaakt waar ouders zich naar dienen te schikken, bijvoorbeeld een communicatie loze overdracht, of omgang inperking. Dit is niet waar het kind bij gebaat is. Het komt zelfs voor dat welwillende ouders hun kind soms jaren niet mogen zien. Bij soortgelijke uitkomsten is er inderdaad een oplossing voor het moment, maar aan het onderliggende relatie-proces wordt voorbijgegaan. Kortdurende oplossingen houden bestaande frustraties en verstoorde verhoudingen namelijk in stand. Ouders blijven achter met een wirwar aan emoties, de vechtscheiding is – onder water – nog altijd niet opgelost. In mijn beleving een onwenselijke situatie. Binnen afzienbare tijd melden ouders zich opnieuw bij het wijkteam, en begint de cyclus van voor af aan.
In het radio1 programma de Reporter van zondag 13 september 2020 komt naar voren dat een groot deel van gescheiden ouders de huidige zorg als niet effectief ervaart. Volgens diverse ouders ontstaat dit door lange wachttijden, veel doorverwijzingen en een reeks aan onderzoeken voortkomend uit een diversiteit aan visies. Daar wordt bij opgemerkt dat de ouder, als stroef, ongemotiveerd of onverschillig wordt gezien als de aanpak niet voldoende heeft gewerkt, wat kan resulteren in een (gedwongen) vervolgtraject binnen jeugdzorg. Veelal overkomt de ouder een soortgelijke beeldvorming, ontstaan uit niet verwerkte doch begrijpelijke emoties.
Alleen afspraken maken werkt niet
Vrijwel als vanzelfsprekend wordt er binnen de zorg vrij snel aangestuurd op het maken van afspraken (mediator of bemiddeling) en het oppakken van de eigen verantwoording om snel tot oplossingen te komen. Wanneer we dit als uitganspunt nemen binnen het hulpaanbod ontstaat het risico dat essentiële fasen binnen het scheidingsproces worden overgeslagen. Bij een scheiding is het van groot belang dat ouders de break up eerst goed verwerken, pas dan is er bij eventuele vervolginzet als mediation duurzaam en effectief resultaat te boeken. Vanuit een neutrale houding is er in relatie tot de andere ouder veel meer te bereiken. En daar heeft het kind baat bij, twee ouders die op een normale wijze tot afspraken kunnen komen.
Ouders kunnen het niet alleen
In de praktijk spreek ik ouders die hun scheiding nog niet (voldoende) hebben geaccepteerd, anderen de schuld blijven geven van hun verdriet of vasthouden aan het eigen gelijk. Dat is begrijpelijk en onderdeel van het proces, maar het hindert na verloop de kans op een succesvolle scheiding. Ouders zijn doorgaans niet bij machten om zonder ondersteuning aan de genoemde belemmeringen te werken. En juist daar dient zich in beginsel de zorg op te focussen, de ouder als individu helpen. Want zolang 1 van de zojuist genoemde drie elementen nog speelt, is het voor de ouder vrijwel onmogelijk om zijn/haar verantwoording te nemen, of gemaakte afspraken redelijkerwijs na te (blijven) komen. Hoe dat kan? Ouders zijn bij het aangaan van hulpverlening vaak nog onvoldoende in staat om aan de gekregen interventie te voldoen. Eerst zullen emoties die een slechte invloed hebben op de relatie tot de andere ouder geneutraliseerd moeten worden. Wanneer dit niet of onvoldoende gebeurd wordt de ouder overvraagd. En hier ligt de kern! Want hoe vaak komt het niet voor dat problemen weer oppoppen zodra de hulpverlening uit beeld is? En dat terwijl ouders heel goed weten dat ruzie maken niet goed is voor de kinderen, en toch komt de situatie niet onder controle.
Gerichte persoonlijke aandacht voor onderliggende pijn is van groot belang voor het slagen van een scheiding, en werkt preventief tegen langdurige strijd. Deze onderliggende laag vraagt bij iedereen een andere inspanning en tijd. Elk mens heeft immers zijn eigen verleden, ervaringen, leerstijl en verwachtingen. Er bestaat geen vast instrument of interventie wat haarfijn aansluit op elke willekeurige ouder in (vecht)scheiding. Toch wordt hier in de praktijk tot op een bepaalde hoogte wel van uit gegaan. Vaste “zorgmallen” en structuren worden op uiteenlopende scheidingcasuïstiek toegepast, Scheidingsproblematiek is maatwerk, en elke ouder verdient een eigen traject en een succesvolle scheiding.
Eenouder coaching voorkomt onnodige hulpverlening.
Met – een eigen traject – bedoel ik de zorg voor de ouder als individu. De ouder die geestelijke klachten ervaart naar aanleiding van een scheiding zit niet te wachten op emoties en uitspraken van de andere ouder. Vaak komt daarom systeemtherapie of een mediatortraject voor ouders te vroeg. Ouders gaan elkaar verwijten maken, zijn weinig flexibel en afspraken in het belang van het kind zijn niet overeen te komen. Eenouder coaching is naar mijn mening uitermate geschikt om de ouder te helpen de scheiding te leren accepteren en verwerken. De ouder komt in deze centraal te staan vanuit zijn of haar perspectief en leert vanuit eigen kracht te werken aan de relatie met de andere ouder. Door middel van o.a. professionele en laagdrempelige scheidingscoaching kan voorkomen worden dat ouders en kinderen onterecht in de hulpverlening belanden. En dat is wat wij uiteindelijk allemaal voor ogen hebben, doelgericht investeren voor een langdurig resultaat.